Saamhorigheid leer je op het sportpark
Het Parool – 11 oktober 2017:
Houd de verbindende kracht van sport vast en laat Trumps nadruk op verdeeldheid niet overwaaien naar de Nederlandse velden, is de oproep van Robert Geerlings.
Met zijn stille protest meer dan een jaar geleden bracht NFL speler Colin Kaepernick onbedoeld (of niet) de verdeeldheid naar het sportveld. Waar hij juist vreedzaam protesteerde tegen de ongelijke behandeling van zwarte Amerikanen door de politie, leidde de recentelijke inmenging van president Trump tot verdere polarisatie die de Amerikanen nu ook op het sportveld diep dreigt te verdelen. Hiermee heeft president Trump een (voor de westerse wereld) historische grens overschreden door zijn politieke agenda van verdeeldheid nu (bewust) uit te breiden naar de sport. Een van de laatste bastions die daar nog van gevrijwaard was en waar hij nog geen sterke inmenging had moet er nu ook aan geloven.
Juist de sport was in Amerika bij uitstek het domein dat Amerikanen nog een gevoel van saamhorigheid en onderlinge verbondenheid verschafte. Sportteams uit de eigen regio werden hartstochtelijk gesteund, hun sterren op handen gedragen. Sportieve prestaties van de nationale teams zorgden voor incidentele oplevingen van nationale eensgezindheid. De samenstelling van de teams en de afkomst van de sterren was voor even ondergeschikt. Winnen ten behoeve van de trots van de school, stad of land overtrof de verschillen in afkomst, etniciteit of opleidingsniveau. Het sportveld bood bovendien vele (Afro) Amerikanen het enige perspectief op een uitweg. De American dream gold alleen nog de sport voor hen. President Trump koos er voor dit buitengewone podium te gebruiken om de verdeeldheid verder aan te wakkeren. De afloop is weliswaar ongewis, de impact is nu al enorm.
Dit is ook voor Nederland een zeer verontrustende ontwikkeling, aangezien er helaas ook in Nederland voldoende personen en partijen zijn die gedijen bij verdeeldheid. Het Trumpisme mag daarom niet overwaaien naar de Nederlandse sportvelden. Want helaas is ook in Nederland het politieke debat verhard en worden tegenstellingen steeds vaker – onnodig – uitvergroot. Als geen ander is sport in staat verschillen te overbruggen en te verbinden. Sterker, dat doet de sport in ons land iedere week weer op duizenden velden en in de vele hallen. Het sportveld en het in Nederland zo kenmerkende verenigingsleven daaromheen biedt bij uitstek een omgeving waar mensen elkaar ontmoeten en kinderen (gelijke) kansen (kunnen) krijgen. Een natuurlijke en effectieve opleidingsplaats voor gezonde maatschappelijke participatie, voor jong en oud. Neem een kijkje op een van de vele sportparken in Amsterdam en je ziet de meest uiteenlopende kinderen met maar één gemeenschappelijk doel, een wedstrijdje proberen te winnen. Dit doet alle verschillen in achtergrond, huidskleur of opleidingsniveau vervagen. Bovendien leren kinderen hier dat samenwerken nodig is om doelen te bereiken en dat het ook nog eens heel plezierig is. Op het sportveld vervagen verschillen die elders worden benadrukt en leren kinderen omgaan met winst en verlies maar vooral met elkaar. De sport biedt misschien wel, meer dan onze scholen, de meest ongerepte omgeving waarin onze kinderen opgevoed en effectief voorbereid worden op maatschappij deelname. En dat belangrijke voorportaal staat nu op het spel.
Laten we deze omgeving benutten en vooral niet bederven. Een oproep die niet alleen aan politici gericht is, maar nadrukkelijk ons allemaal betreft. We moeten zuinig zijn op de bijzondere, verbindende kracht van sport en deze koesteren, juist voor onze kinderen. Dat is onze verantwoordelijkheid als sporters, ouders, trainers, coaches en bestuurders. Deze verantwoordelijkheid is verstrekkend, maar begint dichtbij huis. Laten we bijvoorbeeld vrouwen actiever benaderen voor kaderfuncties, in bondsbesturen en -directies. Laten we ons nog harder inspannen om de lhbti gemeenschap op elke club een veilige sportomgeving te bieden waar ze zich geaccepteerd voelen. Laten we onszelf iedere dag opnieuw afvragen wat we kunnen doen om meer kinderen uit arme gezinnen in beweging te krijgen. En laten we met elkaar ook proberen kinderen met een andere achtergrond niet te snel af te serveren omdat ze zogenaamd ongedisciplineerd, geen sportmentaliteit hebben of te individualistisch zouden zijn. Ongrijpbare diskwalificaties die overal – zelfs bij de meest professionele sportorganisaties – worden gebruikt om voorkeursbeleid te verhullen.
Dit vergt echter inspanning van ons allen. Vooreerst door de inclusiviteit die sport in beginsel in zich draagt te bewaken om tegenstellingen die elders worden uitvergroot te corrigeren en onze kinderen op een vanzelfsprekende manier klaar te stomen tot bijdragers aan onze gemeenschap. De vanzelfsprekende manier van samenwerken om het gezamenlijke doel, een wedstrijdje winnen, te realiseren. Verschillen zijn voor hen dan niet belangrijk, wel wat een ieder kan bijdragen. Verschillen blijken dan vooral juist leerzaam, waardevol en gewaardeerd. Samen omgaan met het succes en mogelijke tegenslag. Je werkt samen om de resultaten te verbeteren en een ieder werkt aan verbetering van zijn eigen bijdrage daaraan. Laat deze pure uitgangspunten ook leidend zijn binnen de cluborganisatie en vooral niet verstoord worden door belanghebbenden met onzuivere motieven en agenda’s. Hier zal uiteindelijk niet alleen de sportclub van profiteren, maar – belangrijker nog – ook die veel grotere en belangrijkere club, onze samenleving.
Het artikel kunt u online lezen bij Het Parool.