Verslag Groot Amsterdams Sportdebat
Net als vier jaar geleden vond het Groot Amsterdams Sportdebat voor lijsttrekkers plaats in de prachtige ambiance van de Coolste Baan van Nederland in het Olympisch Stadion. Aan inspiratie voor uitzonderlijke topprestaties dus geen gebrek. Toch deden de debaters van D66, GroenLinks, VVD, SP, CDA en PvdA er (bijna) alles aan om niemand af te schudden. Veel complimenten over en weer, grote eensgezindheid en vergelijkbare ambities voor de toekomst. Funeste ingrediënten voor een scherp debat, tegelijkertijd wel begrijpelijk en grotendeels terecht. Sport is zelden een controversieel thema in de Amsterdamse politiek en al helemaal niet als het ook nog eens goed gaat met de sport in onze stad. “Er zijn urgentere problemen”, aldus Rutger Groot Wassink (GroenLinks).
Dat klopt natuurlijk, er gaat veel goed in de sport in Amsterdam. De sportparticipatie is verder gestegen (wat overigens grotendeels te danken is aan de anders georganiseerde sportaanbieders), Amsterdam heeft de afgelopen jaren een aantal schitterende topsportevenementen georganiseerd en er is veel geïnvesteerd in bestaande sportaccommodaties. Zonder uitzondering bleek bij alle partijen – coalitie en oppositie – dan ook steun te bestaan voor de stelling dat het huidige college de afgelopen vier jaar voldoende heeft gedaan om Amsterdammers in beweging te krijgen. Des te opmerkelijker was het dat meer dan veertig procent van het publiek, dat voornamelijk bestond uit zeer betrokken en goed in de sport ingevoerde Amsterdammers, het hier niet mee eens was. De oorzaken die hieraan ten grondslag liggen zijn ongetwijfeld divers, maar verdienen het om onderzocht en serieus genomen te worden. Een schone taak voor het nieuwe college.
Het oude college liet deze avond in ieder geval de mogelijkheid onbenut om de breed gedeelde zorg over het gebrek aan ruimte voor sport in een verder verdichtend Amsterdam weg te nemen. De heren Eric van der Burg (VVD) en Reinier van Dantzig (D66) leken meer geïnteresseerd in het elkaar toeschuiven van de zwarte piet dan te komen tot concrete afspraken over de wijze waarop een bindende sportnorm alsnog gerealiseerd kan worden. Dat het uitblijven van de sportnorm zorgwekkend is, werd in aanloop naar het debat al door de Sportraad voorgerekend. In de afgelopen periode heeft Amsterdam opdracht gegeven voor de bouw van meer dan 30.000 nieuwe woningen verdeeld over verschillende delen van de stad. De ruimte voor sport die in de plannen is opgenomen voor al deze nieuwe inwoners is echter verwaarloosbaar. Ook na afloop van het debat was ondanks de brede steun hiervoor nog altijd onduidelijk of die bindende ruimtelijke sportnorm er nu gaat komen of niet.
Wat er in ieder geval wel gaat komen zijn grote internationale topsportevenementen. Hoewel Nicole Temmink (SP) eerst nog aangaf prioriteit te willen geven aan de breedtesport, ging zij later toch akkoord met de organisatie van minimaal één zo’n evenement per jaar. Dit was met name te danken aan Marc Haverkamp (CDA), die aan het einde van de avond een Amsterdams sportakkoord presenteerde en alle partijen wist te verleiden mee te tekenen (zie foto). Andere belangrijke onderdelen uit het Sportakkoord zijn het financieel toegankelijk houden van sport voor iedereen en het investeren in en inzetten van maatschappelijk sportvastgoed met hulp van verenigingen.
De meest krachtige concrete maatregel van de avond kwam van Sofyan Mbarki (PvdA). Hij nam het op voor de vele Amsterdamse topsporters – denk onder meer aan de zaalvoetballers en kickboksers – die zonder steun van NOC*NSF vele uren per dag in hun topsportcarrière investeren. Zij dienen net als Ellen Hoog en Kasper Dolberg ter inspiratie voor vele jonge Amsterdammers en verdienen hiervoor waardering en ondersteuning. Als het aan de PvdA ligt, komt er na de verkiezingen een speciaal gemeentelijk fonds voor hen.
Het Sportdebat maakte opnieuw duidelijk dat de steun voor sport groot en breed is. Een geruststellende constatering weliswaar voor alle sporters in Amsterdam, maar niet één die tot passiviteit mag leiden. De uitdaging voor de sport schuilt in het verzilveren van deze steun. Dat dit niet vanzelfsprekend is, toont het uitblijven van een derde uur bewegingsonderwijs op Amsterdamse scholen immers al tien jaar aan.