Oud voorzitter Nico Witte overleden
Op vrijdag 24 juli 2020 is Nico Witte overleden. Nico is 83 jaar geworden. De Sportraad Amsterdam wenst de nabestaanden veel sterkte met dit grote verlies.
Binnen de sportwereld en de stad Amsterdam werd Nico alom gewaardeerd om zijn grote betrokkenheid. Nico is jarenlang voorzitter geweest van de Sportraad Amsterdam tot hij in 2001 de hamer overdroeg. Hij heeft vele vrijwillige (bestuurs)functies betrokken binnen de sport. Zo was hij onder meer voorzitter van de Nederlandse Handbal Bond, bestuurslid van Topsport Amsterdam en de sociëteit Olympisch Stadion.
Update:
Op vrijdag 24 augustus schreef Peter de Waard een mooi in memoriam over Nico Witte:
VOLKSKRANT: EEUWIG LEVEN
NICO WITTE (1937-2020)
Handbalbestuurder Nico Witte was zijn tijd (te) ver vooruit
Hij ijverde voor de professionalisering van het handbal toen nog niemand daarmee bezig was. Wel haalde hij twee keer een WK naar Nederland. Hij was zijn tijd als handbalbestuurder ver vooruit. Misschien te ver. Nico Witte wilde een nieuwe competitie van tien clubs met een nacompetitie. Dat gebeurde, maar pas vele jaren later.
Hij wilde een einde maken aan alle verschillende afdelingen met een eigen rechtsvorm. Er moest een overkoepelende bond komen waardoor de slagkracht zou toenemen en er echt een topsportcultuur in het handbal zou kunnen worden gecreëerd. Ook daarbij kreeg hij niet meteen zijn zin, hoewel het vele, vele jaren later wel gebeurde.
In 1987 gooide hij als voorzitter de handdoek in de ring, maar hij bleef betrokken bij het handbal en het topsportbeleid in Amsterdam. Nico Witte overleed onverwacht op 24 juli in Amsterdam op 83-jarige leeftijd. Hij wordt overleefd door zijn vrouw en zijn drie dochters die allemaal handbal speelden.
Witte was een van de vier kinderen van een gereformeerde Amsterdamse politieman. Na de oorlog werd die als dorpsagent aangesteld in Uithoorn, toen nog een kleine plaats. Hier ging Nico voetballen bij KDO, een club die dit jaar zijn 75-jarig bestaan viert. Later ging hij handbal spelen bij HV De Zwaluwen, wat ook zijn dochters zou inspireren voor die sport te kiezen. Monique, Inkrit en Joyce pakten allemaal de sport op. Uiteindelijk werd Witte handbalscheidsrechter. Die hobby combineerde hij met een loopbaan bij Strukton, het bouwbedrijf van de Nederlandse Spoorwegen, waar hij zijn hele leven werkte. Hij klom er op tot directeur. Deze positie leidde ertoe dat hij gevraagd werd voor bestuursfuncties.
Van het ene kwam het andere – hij werd afdelingsbestuurder en in 1981 voorzitter van het Nederlands Handbal Verbond (NHV). Zijn schoonzoon Ferry van der Helm, zelf jarenlang topscheidsrechter in de handbalsport en nu nog voorzitter van de scheidsrechterscommissie, zegt dat hij de ambitie had het Nederlandse handbal naar een hoger plan te tillen.
‘Nico was denker en doener. Een niet alledaagse combinatie. Altijd bezig en met een visie. Maar de clubs waren aan zijn voornemen voor een kleinere competitie met nacompetitie nog niet aan toe’, aldus Van der Helm. Ook wilde hij een speciale jeugdcompetitie.
Voor Witte was het buigen of barsten. In het maandblad Handbal riep hij dat ‘het NHV geen speeltuinvereniging mag worden’. Zijn schoonzoon noemde hem een echte Amsterdammer die ‘het hart op de tong had en direct to the point was’.
Maar soms liep hij te hard van stapel. Op tumultueuze vergaderingen werd hij beschuldigd van ‘provoceren en manipuleren’. Uiteindelijk steunde alleen Estenkol/Tachos de plannen van Witte. Toch had hij ook successen. Twee keer slaagde hij erin het WK voor A-landen bij de vrouwen naar Nederland te halen: in 1983 en 1986. Jules Bosma was secretaris toen hij voorzitter was: ‘Het handbalverbond was toen met meer dan 100 duizend leden een van de grotere bonden. Hij kon de trainingsfaciliteiten voor de nationale teams aanzienlijk verbeteren.’
Pas veel later kwam de waardering. Nu wordt gezegd dat hij met zijn visie aan de basis stond van de huidige successen van het Nederlandse handbal. Witte zou een vertrouwd gezicht blijven op de handbaltribunes. In 2016 werd hij nog benoemd tot erelid van de NHV. Behalve van de handbalbond was hij bestuurder van de Sportraad Amsterdam, Topsport Amsterdam en de sociëteit Olympisch Stadion. Bosma noemt zijn dood onbegrijpelijk. ‘Ik heb zijn rouwannonce hier op de kast staan. En iedere keer als ik er langs kom denk ik: ‘dat kan toch niet’.