Impact coronacrisis op de sport in Amsterdam
De Sportraad Amsterdam inventariseerde met een enquête onder Amsterdamse sportaanbieders de impact van de coronacrisis op de sport in onze stad. Binnen enkele dagen ontvingen we meer dan honderd reacties. Net als in veel andere sectoren zijn de zorgen onder sportaanbieders groot. Afhankelijk van de duur van de huidige situatie kan deze crisis leiden tot een kaalslag in het Amsterdamse sportlandschap. Met onderstaand artikel probeert de Sportraad een eerste beeld te schetsen van de gevolgen en mee te denken over mogelijke ondersteuningsmaatregelen. Voor nu verzoeken wij het college om snel duidelijkheid te verschaffen over de huur die veel van de Amsterdamse sportaanbieders betalen voor gemeentelijke sportaccommodaties. Het ligt naar onze mening voor de hand deze in ieder geval op te schorten voor de periode dat de accommodaties noodgedwongen gesloten zijn. Dit lijkt de Sportraad een eenvoudig uit te voeren maatregel die onze sportaanbieders direct enig houvast biedt en hopelijk ook een beetje ademruimte.
Suggesties
Alle Amsterdammers worden geraakt en steun is in vrijwel alle sectoren geboden. Samen moeten we voor iedereen oplossingen proberen te vinden en daarbij solidariteit tonen. Het college staat voor de ondoenlijke opgave om al deze belangen te wegen en dienen. De Sportraad pleit er voor de sport hierbij niet te vergeten. Amsterdammers kunnen niet zonder hun verenigingen, sportscholen, trainers en pleintjes. Amsterdam kan niet zonder zijn sport.
De financiële huishouding van veel verenigingen, maar ook andere sportaanbieders is echter fragiel. Zij hebben in normale omstandigheden al moeite de organisatie draaiende houden. Iedere kleine tegenvaller kan ingrijpende gevolgen hebben. De huidige situatie gaat veel verder dan dat en werkt ontwrichtend, zeker nu 6 april niet de einddatum lijkt te zijn. Het sportlandschap is divers en veel in deze crisis nog onzeker. Wij begrijpen dan ook dat het nog te vroeg is om al met nauwkeurig uitgewerkte maatregelen te kunnen komen. Toch doet de Sportraad hiertoe alvast een eerste aanzet aan de hand van een aantal suggesties die wij met de sportsector verzameld hebben. Op deze manier hopen wij het college te kunnen helpen ook de sport door deze moeilijke tijden te loodsen:
- Alle huurverplichtingen van sportaanbieders voor gemeentelijke sportaccommodaties opschorten totdat ze weer gebruikt mogen worden;
- Door middel van bijvoorbeeld een moreel appel pogen eenzelfde vrijstelling te bewerkstelligen voor sportaanbieders die accommodaties huren van derden, zoals zwembadexploitanten, vastgoedpartijen en exploitatiestichtingen;
- Sportaanbieders tijdelijk uitstel van lokale belastingen en heffingen aanbieden;
- Zich inspannen om er voor te zorgen dat ook sportaanbieders, inclusief verenigingen (die ook steeds vaker als werkgever optreden) aanspraak kunnen maken op de NOW;
- Indien dit niet lukt, aanvullende maatregelen treffen voor zzp’ers in de Amsterdamse sport;
- Versneld en eventueel vooruit uitbetalen van bestaande overeenkomsten met sportaanbieders om hun liquiditeitspositie te verstevigen;
- Waar mogelijk toegezegde subsidies voor sportevenementen die geen doorgang kunnen vinden toch uitbetalen, indien door de organisatie al kosten zijn gemaakt;
- Landelijk aansturen op brede interpretatie van het door NOC*NSF bepleitte noodfonds voor de sport, zodat ook niet bij het NOC*NSF aangesloten sporten hier aanspraak op kunnen maken (deze sporten, waar onder meer veel urban sports toe behoren, worden relatief veel in Amsterdam beoefend);
- De aangekondigde gemeentelijke huurverhoging voor sportaccommodaties (m.i.v. vlg seizoen) heroverwegen of invoering in ieder geval uit te stellen (in de komende maanden kan deze lastenverhoging net dat zetje richting een faillissement geven);
- Lancering van (nieuwe) gemeentelijke sportprogramma’s voorlopig uitstellen en bekijken of en hoe vrijgekomen middelen ingezet kunnen worden om de bestaande Amsterdamse sportinfrastructuur in stand te houden;
- Amsterdamse sportaanbieders actief informeren over de landelijke en lokale maatregelen en hoe zij daar gebruik van kunnen maken. Open een loket waar sportaanbieders zich kunnen melden met vragen en waar maatwerk, advies en ondersteuning wordt geboden.
Enquête
Tot op heden hebben 113 Amsterdamse sportaanbieders de enquête ingevuld. Naast verenigingen (60%) reageerden er stichtingen (14%), zzp’ers (9%) en een flink aantal sportondernemers (14%). Gezamenlijk vertegenwoordigen zij zo’n dertig takken van sport. Meer dan zestig procent van de respondenten bedient meer dan 250 sporters, ruim een kwart van de respondenten zelfs meer dan duizend Amsterdamse sporters. Het totale bereik van deze aanbieders is daarmee aanzienlijk.
Grote zorgen
Zoals viel te verwachten maakt een groot deel van de respondenten zich zorgen (30,9%) of grote zorgen (41,8%) over de gevolgen van deze crisis voor hun sportorganisatie. Bijna de helft van alle sportaanbieders (49,5%) geeft zelfs aan binnen nu en drie maanden niet meer aan lopende verplichtingen te kunnen voldoen. De gisteravond (d.d. 23 maart 2020) door het kabinet aangekondigde extra maatregelen (een verbod op evenementen en bijeenkomsten tot 1 juni) maken dit tot een zeer reëel scenario. Hiermee dreigt een fragiel maar voor de stad uiterst waardevol ecosysteem onherstelbaar beschadigd te worden. Het karakter van de Amsterdamse sportinfrastructuur is uniek en het resultaat van meer dan honderd jaar sportieve inspanningen. Eenmaal verloren laat zich dit niet eenvoudig vervangen.
Geen baten, wel lasten
Voor vrijwel alle aanbieders geldt dat de meeste lasten gewoon door blijven lopen, terwijl onder meer de inkomsten uit sportdeelname en horeca direct wegvallen. De groep sportondernemers (denk bijvoorbeeld aan vecht/sportscholen, zwemscholen, naschoolse sportaanbieders, fitnesscentra, padel/tennisclubs) worden in absolute zin het hardst geraakt. Veelal omdat zij in tegenstelling tot de jaarcontributies van verenigingen vaker werken met maandelijks opzegbare abonnementen, strippenkaarten of incidentele kaartverkoop. Ook de grotere sportverenigingen met een eigen accommodatie (hockey, voetbal) zien grote gaten in de begroting ontstaan, voornamelijk door het wegvallen van de kantine inkomsten.
Relatief gezien raakt de huidige crisis echter vrijwel alle sportaanbieders. Slechts tien procent verwacht niet of nauwelijks financiële hinder te ondervinden. Daar staat tegenover dat 45% aangeeft alleen in deze eerste maand al twintig procent of meer van de gehele jaarbegroting/omzet verwacht mis te lopen. Voor vijftien procent van de respondenten is dit al zelfs vijftig procent of meer. De mogelijke verlenging van de huidige situatie tot 1 juni leidt tot nog veel grotere problemen, mede omdat deze maanden in het voorjaar voor veel sportaanbieders de meest lucratieve zijn. Voor een deel van de sporten staan deze in het teken van competitieontknopingen en (jeugd)toernooien. Dit zijn dagen waarop de kantines traditioneel meer omzet draaien. Bij een ander deel van de sporten start het nieuwe seizoen juist in deze periode. Zij vrezen dat leden voor aanvang opzeggen of zich niet meer aanmelden. Tot slot zorgt het mooie weer en de naderende zomervakantie normaal gesproken in deze periode eveneens voor een stijging in de vraag naar sport.
Personeel en vrijwilligers
Niet alleen de sportorganisaties zelf gaan zware tijden tegemoet. Dit geldt ook voor een groot deel van de Amsterdammers die in de sportsector werkzaam zijn. Van de respondenten heeft 62% een dienstverband met één of meerdere personen. Een groot deel van hen is zzp’er en hun toekomst is erg onzeker. Velen van hen zijn sporttrainer en dag in dag uit bezig onze jongeren in beweging te krijgen, niet alleen in de dansstudio’s of vechtsportscholen, maar ook op de hockey- en voetbalvelden, pleintjes, parken of tennisbanen. Slechts dertig procent van de sportaanbieders is voornemens om arbeidstijdverkorting aan te vragen. Aangezien het in de sport gebruikelijk is dat je alleen betaald wordt voor de uren die je daadwerkelijk op het veld of in de zaal staat, voorziet de Sportraad dat ook veel sporttrainers in financiële moeilijkheden komen. Het betreft bovendien een ondergewaardeerde beroepsgroep die veelal wordt gedreven door hun liefde voor de sport en daarom vaak genoegen neemt met vergoedingen ter hoogte van het minimumloon. Zij hebben hierdoor over het algemeen nauwelijks financiële buffers kunnen opbouwen en zijn dientengevolge kwetsbaar.
De sportsector staat daarnaast bekend om de vele vrijwilligers die erin actief zijn. De Sportraad schat dat dit alleen in Amsterdam al enkele tienduizenden zijn. Bij ongeveer tachtig procent van de ondervraagde verenigingen ontvangt ten minste een deel van hen hiervoor een vrijwilligersvergoeding. Meer dan de helft (59%) van de aanbieders heeft aangegeven deze vergoeding stop te zetten of dat te overwegen. Wat hiervan precies de gevolgen zijn, is vooralsnog lastig in te schatten. Het valt echter te verwachten dat dit de toch al broze organisatiestructuren van veel verenigingen nog verder onder druk zet.
Tot slot
De Sportraad Amsterdam blijft alle ontwikkelingen nauwgezet volgen en blijft graag in contact met zowel sportaanbieders als beleidsmakers. Wij zijn altijd geïnteresseerd in aanvullende informatie of ideeën (info@sportraadamsterdam.nl). Wij hopen samen met jullie allemaal een bijdrage te kunnen leveren aan een pakket van maatregelen dat ervoor zorgt dat ook de sport in Amsterdam straks de draad weer op kan pakken.